Toen je hebt leren lopen, heb je dat stapje voor stapje gedaan, met vallen en opstaan. En je hebt niet opgegeven. Waarschijnlijk heb je je (destijds onbewust) laten motiveren door de stukjes vooruitgang bij iedere poging.
Niemand zei dat het moest, niemand stelde van te voren een beloning in het vooruitzicht. Ofwel, de motivatie om te leren lopen kwam helemaal van jouzelf, van binnen.
Je had ook niet een bepaald doel voor ogen, zoals leren springen, dansen, rennen of een marathonloper worden (ik noem maar iets). Je richtte je enkel en alleen op het leren lopen. En dat allemaal onbewust. Gelukkig maar.
Mooi toch, dat je op dat moment met alle gemak bezig was met iets dat nu, als volwassene, een stuk moeilijker blijkt: jezelf van binnenuit motiveren en je richten op de vooruitgang in plaats van op het einddoel.
Tegenwoordig hebben we allemaal doelen in het vooruitzicht waar we vaak lang en hard voor moeten werken. Als je aan de reis naar dat doel begint, kom je tegenslagen tegen die voor frustratie kunnen zorgen. Je wilt het allemaal zo goed en zo snel mogelijk bereiken, maar alles heeft zo zijn tijd nodig. En de lessen die je onderweg moet leren komen vaker uit de momenten dat je faalt dan uit de momenten dat het goed gaat.
Nu ben ik de laatste die zegt wat je wel of niet moet doen, dat doen al genoeg anderen op social media, websites enzovoorts. Ik ben van mening dat je je eigen weg en je eigen tempo moet vinden. Het enige dat ik wel graag doe, is je wat inspiratie aanreiken om het wat makkelijker te maken. Maar het blijft je eigen weg.
Kalm aan, stap voor stap, vier elke overwinning, hoe klein dan ook, en vooral: blijven ademen. De bouw van de Chinese muur is gestart met één steen en veel geduld, en kijk nu eens…